Verplicht nummer, onderzoek naar lokale handhaving van het coffeeshopbeleid.

Verplicht nummer, onderzoek naar de lokale handhaving van het coffeeshopbeleid

Dit onderzoek uit 2013-2014 is een eigen initiatief van het onafhankelijke onderzoeks- en projectbureau Acces Interdit uit Den Haag. Het is een uitbreiding van een onderzoeksopdracht die eind 2013 is uitgevoerd ten behoeve van een rechtszaak over het ingezetenencriterium en is ook een aanvulling op de monitor van het coffeeshopbeleid van onderzoeks- en adviesbureau Intraval. Die monitor geeft vooral inzicht in de papieren werkelijkheid van het coffeeshopbeleid. In dit onderzoek ligt de focus op de handhaving in de praktijk. Met andere woorden, in hoeverre vindt er daadwerkelijke handhaving plaats op gedoogcriteria die in het lokale coffeeshopbeleid zijn opgenomen? Via deskresearch (beleidsstukken, gemeenteraadsstukken en mediaberichten betreft uitspraken van burgemeesters en lokale beleidsmakers m.b.t de handhavingspraktijk) en fieldresearch (enquete onder ambtenaren die het lokale coffeeshopbeleid in portefeuille hebben) konden ontbrekende gegevens worden aangevuld en vond een extra check plaats om daadwerkelijk inzicht te krijgen in de werking van het lokale coffeeshopbeleid.

Op 1 januari 2013 is het ingezetenencriterium toegevoegd aan de landelijke gedoogcriteria voor coffeeshops. Een jaar na dato blijkt dat niet-ingezetenen nog steeds terecht kunnen voor cannabisproducten in 85% van de coffeeshops. De stelling van de minister Opstelten dat het ingezetenencriterium bij 90% van de coffeeshopgemeenten onderdeel uit maakt of zeer toekomstig deel gaat uitmaken van het coffeeshopbeleid, krijgt daarmee een andere betekenis. Gesuggereerd wordt dat het hier om een zinvolle en succesvolle maatregel gaat, terwijl die eigenlijk opgelegd is en voor veel gemeenten slechts een formaliteit is. Een verplicht nummer. In praktijk blijkt het i-criterium een niet-werkend instrument, die ten hoogste in 23 van de 103 coffeeshopgemeenten (actief) wordt gehandhaafd, m.n in de zuidelijke provincies die dit criterium op 1 mei 2012 verplicht moesten invoeren. In die gemeenten zijn in totaal 89 coffeeshops gevestigd, waarbij ten hoogste 15% van de coffeeshops hierop wordt gecontroleerd. De belangrijkste redenen die gemeenten aandragen om niet te handhaven op het i-criterium zijn: geen ervaren overlast ervaren, niet of nauwelijks coffeeshoptoeristen en omdat ze tevreden zijn met hun beleid; vreemd dus dat het i-criterium een landelijke richtlijn is. De problematiek die de richtlijn zou moeten oplossen is in het overgrote deel van de coffeeshopgemeenten niet aan de orde. Het zou logischer zijn wanneer gemeenten zelf mogen bepalen of ze dit i-criterium in hun lokale coffeeshopbeleid willen opnemen en hoe ze dat willen invullen onder ‘lokaal maatwerk’; om daarop niet te handhaven of helemaal niet op te nemen in hun beleid. Gemeenten die hun coffeeshopbeleid in de toekomst nog (willen) aanpassen, kunnen dit onderzoek wellicht als ondersteuning beschouwen om de landelijke richtlijnen op hun eigen manier te interpreteren. Ook blijkt er de wens van veel coffeeshopgemeenten te zijn om te mogen experimenteren met een regulering voor de achterdeur.

Kortweg. Compacte analyse in 14 bladzijden waaruit blijkt dat het I-criterium in de praktijk een papieren tijger is.

Acces interdit, februari 2014 (Maalste en Panhuijzen)

Onderzoeken

logo button

Stichting Maatschappij en Cannabis
Redactie: Gerrit Jan ten Bloemendal, Jeroen Bos en Lisa Lankes
Redactionele bijdragen: Mauro Picavet
Fotografie: Gerrit Jan ten Bloemendal
contact mailadres

elke stem telt 600