Regulering hennepteelt, een praktijkonderzoek Heerlen
Regulering Hennepteelt, een praktijkonderzoek Heerlen 2015
In opdracht van de gemeente Heerlen is er door Peters en Uland een casestudy gemaakt in 52 bladzijden voor een gereguleerde toelevering van cannabis voor Heerlense coffeeshops. Regulering wordt daarbij gezien als onderdeel van een integrale aanpak die de problematiek rondom cannabis in vier stappen hanteerbaar moet maken. De vier stappen zijn: Preventie, Repressie, Nazorg en Regulering.
Preventie houdt zich bezig met goede voorlichting aan (potentiële) gebruikers om hen bewust te maken van de effecten van cannabisgebruik; (potentiële) gebruikers, maar ook (toekomstige) illegale telers, worden zich bewust van de effecten en op die manier wordt een substantiële bijdrage geleverd aan de afname van het probleem. Hiervoor worden ambtelijk op Limburgse schaal afspraken gemaakt.
Repressie is een tweede stap, waarbij de groep die ongevoelig is voor preventie aangepakt wordt door de ruiming van illegale hennepplantages en de aanpak van de illegale straathandel. In 2014 zijn in Heerlen 136 illegale plantages geruimd. Het belangrijkste element is de aanpak van de georganiseerde criminaliteit.
Nazorg en na-controle is een derde stap die ervoor moet zorgen dat voormalige illegale telers niet weer in hun oude gedrag terugvallen en de kans op recidive wordt verkleind. De vierde stap is de regulering;
Regulering betekent het gecontroleerd telen van cannabis en op die manier, met de onder overheidscontrole geteelde cannabis, de coffeeshops bevoorraden. Hierbij moet wel duidelijk zijn dat het niet vier losse elementen zijn, maar dat ze in samenhang aangepakt moeten worden. Een integrale aanpak waarin één onderdeel ontbreekt zal niet de gewenst effecten hebben. Als voorbeeld kan gesteld worden dat een éénzijdige aanpak van alleen repressie, zoals die bijvoorbeeld kenmerkend is voor de ‘War on Drugs’, niet heeft gewerkt en niet zal werken. Ook zal door regulering niet alle illegale hennepplantages verdwijnen. Daar waar voor het buitenland geteeld wordt zal repressief optreden nodig blijven. Met regulering van de teelt voor de coffeeshops wordt wel een bijdrage geleverd aan het verbeteren van de veiligheid in de buurten. Regulering is weliswaar niet voldoende, maar wel noodzakelijke voorwaarde is om de huidige problemen rond het softdrugsbeleid aan te pakken.
In de casestudy wordt er ook een theoretische aanbesteding beschreven naar de praktijk met rekenmodellen waarbij het gaat om het kunnen leveren van kwantiteit (500 kilo per jaar), kwaliteit en variatie (15 soorten die op samenstelling in een lab worden getest) en ook of het bedrijf qua prijs (van 5 euro per gram) kan concurreren met de straathandel. Ook aspecten met beveiliging van de kweeklocatie en transport worden hierbij genoemd. Voor de indicatie van de aanbesteding en om bedrijfseconomische aspecten in kaart te brengen wordt een experimentperiode van 2 jaar en ook een totale duur van 10 jaar gehanteerd voor 14 soorten wiet en een soort nederhasj. Binnen deze casestudy wordt geconcludeerd dat gereguleerde productie van cannabis dus mogelijk en haalbaar is.
De juridische vervolgstappen hierbij zijn benaderd vanuit bestuursrecht, waarbij een procedure via een bouwvergunning via de omgevingswet (WABO) te langdurig en dus niet haalbaar wordt geacht. Een andere mogelijkheid vanuit het bestuursrecht is de aanvraag van een opiumontheffing op wetenschappelijke gronden, waarbij gelet op twee eerdere aanvragen vanuit CSC in Utrecht wel goed moet worden gekeken naar de beleidsregels opiumwetontheffingen, maar zou een haalbare route moeten kunnen zijn. Een andere aanvliegroute loopt via strafrecht, waarbij wordt verwezen naar de Bierumse kweekcasus, waarvan we inmiddels weten dat die toch toch een veroordeling heeft geleid en stand hield bij de Hoge raad en er zelfs een ontnemingsvordering is ingesteld ondanks de betaalde belastingen voor de teelt die voor coffeeshops bestemd was. Een andere optie zou een bodemprocedure vanuit de gemeente tegen de Minister van Justitie kunnen zijn indien die geen medewerking verleend aan het verstrekken van een vergunning, echter dit is ook een langdurig traject die een snelle start van een teeltproef in de weg zou staan.
Reflectie – inmiddels heeft de VWS-minister Bruno Bruins op 20 december aangekondigd dat de gedoogde kweek rond de wietproeven via een aanbesteding vanuit het Rijk zullen gaan verlopen, of dat de aanbesteding exclusief voor ingezetenen in Nederland zal gelden. Het is dus nog de vraag of daarbij net zoals bij de medicinale cannabis er Europese aanbestedingsregels bij zullen gelden. In ieder geval kan de Heerlense business-case voor geinteresseerden voor deze aanbesteding een zinvolle oriëntatie geven
Onderzoek is gedaan door Peters en Uland in opdracht van de gemeente Heerlen, 2015