Reflectie notitie Amsterdamse 'driehoek tegen drugscriminaliteit'
In de Volkskrant van 14 mei 2021 verscheen een essay van Tops en Tromp over de Amsterdamse drugsmarkt en de wens om de vraag naar softdrugs te verminderen. Het is een artikel met de achterliggende bedoeling om de voorgenomen beleidsvoorstellen van de Amsterdamse driehoek betreft het drugsbeleid 'een maatschappelijke bedding' te geven en om de publieke en politieke opinies hiervoor als het ware 'klaar te stomen'.
Vrijdag 14 mei 2021 stuurde de burgemeester namelijk een brief met de notitie Driehoek tegen Drugscriminaliteit naar de gemeenteraad. Daarin vermeld de lopende en voorgenomen programma om te voorkomen dat jongeren in de straatcriminaliteit belanden. Dit ter en in voorbereiding op een aangekondigde notitie die ziet op de invoering van het Ingezetenencriterium (en om het politiek draagvalk ervoor te verkennen). Onder meer zal aandacht zijn voor de volgende aspecten:
A overleg met de coffeeshopbranche, (o.a over beperking ketenvorming).
B volksgezondheid,
C handhaving,
D communicatie,
E straathandel en
F het tijdpad
Ernst Zeeger van Groen Links refereerde er aan dat op 25 mei de expertsessie over straathandel als gevolg van het voornemen op de invoering van het I-criterium op de agenda staat. Het is dus allerminst een uitgemaakte zaak of de raad met het Ingezetencriterium instemt, al onderkent de raad wel dat er overlast is in de binnenstad, getuige ook de vele ingezonden raadsadressen over dit onderwerp. Dit in de wetenschap dat de burgemeester gezien haar bevoegdheid de wens van de raad in theorie ook naast zich neer zou kunnen leggen.
De raad heeft op 29-04 ingestemd met een aantal onderzoeken naar de effecten van de straathandel als gevolg van een eventuele invoering van het Ingezetenencriterium. Sofyan Mbarki van de PvdA wilde dat daarbij wel expliciet naar gemeenten werd gekeken die recentelijk juist van het I-criterium hebben afgezien zoals Vlissingen. Ook vertelde de burgemeester in de commissievergadering dat ze aan de coffeeshopbond de vraag gesteld zou hebben hoe zij de Amsterdamse coffeeshopmarkt zouden willen inperken.
Ambtelijke voorbereiding van de voorgestelde beleidswijzigingen vanuit een ondermijningsretoriek is echter al langer gaande, aangezien in opdracht van de burgemeester van Amsterdam Pieter Tops en Jan Tromp al in november 2019 het rapport 'De achterkant van Amsterdam' publiceerden. "Dit om voor een breder publiek de ernst van de situatie inzichtelijk te maken" aldus burgemeester, politie en Openbaar Ministerie, 'en daarmee de maatschappelijke en politieke urgentie te versterken'. (Red: Deze politiek maatschappelijke urgentie is door de Coronapandemie echter wel periodiek tussen haakjes gezet!)
Andersinds is op het (pseudo-onderzoeks) essay van Tops en Tromp veel kritiek gekomen, zowel op de inhoud als op de methodiek. (Ook een korte analyse naast bijvoorbeeld al de docuserie Cannabis, geproduceerd door Robert Oey, de echtgenoot van Halsema had kunnen volstaan). Een wezenlijke oplossing voor 'ondermijning' zou gereguleerde legalisering zijn van alle cannabishandel in Amsterdam (anders dan gereguleerd gedogen). Betreft de drukte in hartje Amsterdam door het toerisme, zou er dan niet eerder naar de prijs van budgetvluchten gekeken moeten worden?
Al in de commissievergadering Algemene Zaken van 29-04-2021 (agendapunt 4) noemde Halsema een zorg dat de softdrugsmarkt besmet wordt met harddrugs. Dat riep bij mij en een aantal anderen twitter-reacties op dat coffeeshops juist al van meet al aan succesvol de markten van hard en softdrugs scheiden. De burgemeester doelde hiermee op de achterkant (handel) en niet de voorkant (consumptie) van de coffeeshop. Eerder heeft de politiecommissaris al eens aangegeven dat er vermoedens zijn bij politie dat de internationale markt van softdrug en harddrugs verweven zijn. De driehoek schrijft dan ook in de notitie:
"De softdrugsmarkt is stevig verankerd in onze stad en deze heeft onder invloed van grote toeristenstromen een enorme groei doorgemaakt. Van oudsher hebben het gedoogbeleid en de bijbehorende coffeeshops als doel om de markten van soft- en harddrugs te scheiden. Voor gebruikers heeft dat niet aan relevantie verloren: coffeeshops zijn nog altijd de plek waar je veilig cannabis kan kopen zonder te worden geconfronteerd met harddrugs. Voor de handel geldt dit echter minder, allereerst omdat de aanvoer naar de coffeeshops nog altijd illegaal is en daarmee kwetsbaar voor criminaliteit, en als tweede omdat met de handel op de overspannen Amsterdamse softdrugsmarkt telkens grotere bedragen zijn gemoeid. Daarmee dreigt ook de scheiding met de cocaïnehandel en het daaraan verbonden geweld te vervagen".
Deze veronderstelling van verweven hard en softdrugshandel is daarentegen nooit aan Amsterdamse coffeeshops voorgelegd.
De burgemeester beredeneerd vaker vanuit veronderstellingen; op 29-04-2021 was ze namelijk in de veronderstelling dat Amsterdam niet mee kon doen aan het landelijke wietexperiment vanwege het verplichte Ingezetenencriterium en dat Amsterdam daarom niet mee kon doen. (en dus anders straathandel de spuigaten uit zou lopen, was altijd het standpunt van van der Laan). Het nieuwe (voltijds) D66 raadslid Rob Hofland corrigeerde haar en vertelde dat het I criterium alleen voor de grensgemeenten gold. "Ja ik geef je gelijk, maar dan nog was de Amsterdamse markt te groot om te kunnen reguleren' stelde ze. Helaas zonder daarbij aan te geven wat nu het verschil tussen groot en kleinschaligheid is en bovendien wordt een toerisme overlast kader voor een regulering-kader ingewisseld in de redenering van de burgemeester, duidelijk niet erg sterk of steekhoudend.
Voorsorteren
De redenering op basis van veronderstelling van Halsema vanuit de politie 'dat de markt verkleint moet worden' lijken echter wel een onderbouwing te zijn voor toekomstig beleid. De burgemeester deed deze opmerkelijke uitspraak van het verkleinen van de markt bij de raadsvergadering, SP raadslid Erik Flentge merkte dit ook al terecht op (dd 29-04-2021): 'Met deze veronderstellingen bent u al aan het voorsorteren in een bepaalde richting' (cq het buitenlanderverbod) vond hij. De burgemeester vond echter dat ze "vragen" had die onderzocht moesten worden.
Flentge heeft het echter wel scherp gezien, aangezien de Amsterdamse driehoek in de notitie schrijft: "De aanzuigende werking van de toegankelijke softdrugsmarkt op drugstoerisme in Amsterdam vergroot de grootschaligheid van de productie en de afzetmarkt verder. Koeriers leveren op verzoek een breed assortiment aan producten, soft- en harddrugs. De regelmatige aanslagen op coffeeshops illustreren ook dat het geweld, dat meer past bij cocaïnehandel, overslaat naar de softdrugsmarkt".
Versterking van de scheiding tussen de softdrugs- en de harddrugsmarkt kent twee elementen stelt de driehoek;
"1. Als eerste dient de Amsterdamse softdrugsmarkt kleinschaliger en beter beheersbaar te worden en zich meer te richten op de lokale gebruiker. Om de aantrekkingskracht van de Amsterdamse softdrugsmarkt op internationale drugstoeristen te verkleinen, wil de driehoek van Amsterdam op het Ingezetenencriterium gaan handhaven.
-Wat beter beheersbaar precies behelst wordt helaas niet verder uitgelegd in de notitie, ook niet wordt niet expliciet gemaakt wat klein of grootschaligheid met beheersbaarheid te maken heeft. Uit deze stapsgewijze benadering spreekt andersinds ook niet de urgentie die een essay en een zoveelste krantenartikel zou moeten legitimeren. Als het urgent is zul je dat eerder onmiddellijk en grondig aanpakken.
2. Als tweede is het reguleren van ‘de achterdeur’ onvermijdelijk om geweld en criminele inmenging te voorkomen. De driehoek wil in overleg met de landelijke overheid toewerken naar een geleidelijke regulering".
- Bij een gereguleerde markt kan nog steeds geweld niet worden uitgesloten, zoals inbraak en brandstichting (dit eerste is bij Bedrocan voorgekomen en bij Marcel de Wit's locatie in Rotterdam werd brand gesticht.)
Initiatiefwet
Het toewerken naar een geleidelijke regulering kan problematisch worden aangezien in de Eerste kamer de D66 initiatiefwet gesloten coffeeshopketen ter behandeling op tafel licht, die ziet op een landelijke regulering en dus niet een stapsgewijze regulering. Indien er wel een stapgewijze route wordt geprefereerd kan snel de wetenschappelijke aanvliegroute van wet camulet beleid via Opiumwet 3b lid 2 worden opgepakt (de burgemeester heeft in 2017 al een notitie hierover bij een inspraak ontvangen).
Zeer curieus dat dit wetsvoorstel door zowel Tops en Tromp als de lokale driehoek onbesproken blijft. Dit omdat het haaks lijkt te staan op de veronderstelling dat de softdrugsmarkt verkleint dient te worden (zowel aan voor als achterkant) om die te kunnen reguleren? Dit lijkt me eerder een politieke keuze binnen de lokale driehoek te zijn en niet een keuze die door de gemeenteraad is gemaakt! De koers voor een geleidelijke route zou wel eens een louter budgettaire reden kunnen hebben vanuit handhaving gedacht immers schrijft de burgemeester in haar raadsbrief aan de raad:
+ "De aanpak van drugscriminaliteit en ondermijning vraagt om langdurig commitment, continuïteit, ausdauer maar ook om structurele middelen en mensen".
+ "Het versterken van de basisteams, en daarmee het blauw op straat, is voorwaardelijk in het verhinderen dat kwetsbare jongeren afglijden in drugsgerelateerde (zware) criminaliteit. De driehoek zal ten aanzien van het aanstaande regeerakkoord 2021, maar ook in het komend gemeentelijk coalitieakkoord 2022 en bij partners, aandacht blijven vragen voor structurele investeringen in de veiligheidsketen en structurele financiering van de aanpak van drugsgerelateerde criminaliteit en ondermijning en de integrale RIEC-samenwerking, om de benodigde lange adem vol te kunnen houden". Maar wil die wens voor kleinschaligheid in deze analyse nav de notie driehoek tegen drugscriminaliteit nog wel even 'warm houden'...
Het scenario dat er binnenkort met meerderheid van stemmen voor de 'D66 wietwet' wordt gestemd en er desgevolgs voor jongeren zo mogelijk uit Nieuw West (zoals bij een toekomstige kweeklocatie in -pak 'm beet- Havens Amsterdam) en ZuidOost legale werkgelegenheid ontstaat in de productiekant van de softdrugs markt zou toch moeten aanspreken. Hierdoor hoeft deze kwetsbare groep immers niet af te glijden naar zware drugscriminaliteit. Dit zal vast ook geen deel uitmaken van een van de Amsterdamse beleidsdoelstellingen van het bieden van en via programma Positief Perspectief aan jongeren uit Nieuw West en ZuidOost. Al zal een deel van de jongeren aangetrokken blijven tot het snelle geld van de cokehandel. De titel die Tops en Tromp noemen boven hun artikel, is in dit geval relevant om te noemen; Gevecht gaat om van wie de drugsmarkt is.
Corporate cannabis of de cannabis commons?
De vraag is aan welke organisaties wordt de gereguleerde Amsterdamse cannabismarkt gegund als de AMvB (Algemene Maatregel van Bestuur) wordt voorbereid? Is dat 'corporate cannabis' met grote commerciele marktpartijen die een monopolie nastreven en winstmaximalisatie of zijn dat non-profit stichtingen en cooperaties die sociale doelstellingen ten behoeve van milieu, maatschappij en samenleving nastreven (ook wel bekend als commons). En/of is het de overheid zelf die via een zelfstandig bestuursorgaan (zbo) de cannabismarkt aanstuurt en de voornaamste stakeholder is of een variant hiervan waarbij de overheid of gemeente meerderheids-aandeel krijgt zoals de gemeente Amsterdam ook aandeelhouder van Schiphol is? Mogelijk dat een nieuwe gemeenteraad zich hierover eens kan uitspreken.
De kleinschaligheid die de lokale driehoek graag zou zien kan zich via de wietwet vormen indien gereguleerde partijen maar een maximaal aantal planten per organisatie mogen kweken om monopolies en grootschaligheid kunnen voorkomen; Was dat misschien de onderliggende wens achter de veronderstelling dat een kleinschaliger markt makkelijker te reguleren is?
-Blijft de vraag wat is groot en kleinschalig? Zijn de 60 coffeeshops voor louter de lokale markt na het I criterium die Halsema beoogd n.a.v de Intraval-analyse kleinschalig te noemen? Ben zeer benieuwd of deze kwestie van groot en kleinschaligheid en wie de gunning voor gereguleerde wietteelt t.b.v Amsterdamse coffeeshops zou moeten krijgen in het licht van de D66 wietwet bij discussies in de raad aangaande toekomstig drugsbeleid aan de orde zullen komen.
HK.