Factsheets Trimbos (preventie & 'riskant' gebruik)
In opdracht van het ministerie van VWS formuleerde het Trimbos Instituut ‘een verkenning denkrichtingen om (problematisch) cannabisgebruik bij jongeren en jongvolwassenen van 16 tot 35 jaar te voorkomen’, gebaseerd op bestaande literatuur, en gesprekken met onderzoekers, professionals, jongeren en ouders.
Problematisch cannabisgebruik is niet éénduidig te definiëren. Problematisch gebruik kan betrekking hebben op de frequentie van gebruik, de zichtbare gevolgen op gezondheid en welzijn of de mate van cannabisafhankelijkheid. Tijdens expertmeetings, focusgroepen en interviews werd problematisch cannabisgebruik gedefinieerd als ‘wanneer cannabisgebruik leidt tot beperkingen in het dagelijks functioneren thuis, op school of op het werk’.
In de volwassen bevolking raakt naar schatting één op de tien ooit-gebruikers van cannabis verslaafd. Er zijn ongeveer 11.000 cannabiscliënten in de verslavingszorg;
Naast de term problematisch gebruik introduceert het Trimbos zonder daarbij te vermelden wat de aanleiding daarvoor is bij deze verkenning/factsheets een nieuw begrip aan het hulpverleningsfirmament: riskant gebruik.
In de factsheet worden ter vóórkomen van riskant cannabisgebruik onder de algemene bevolking van 18 jaar en ouder en onder 15- en 16-jarige scholieren landelijke cijfers gerapporteerd;
180.000 Nederlanders (1,4%) gebruikt riskant (normering middels CAST-cannabis abuse screening test). 22,6 % van de scholieren die in het laatste jaar blowden wordt als ‘riskante gebruiker’ aangemerkt.
In Nederland is de CAST onderdeel van de vragenlijst van de Leefstijlmonitor Aanvullend (LSM-A/Leefstijlmonitor, Trimbos-instituut i.s.m. RIVM en CBS, 2017), die een keer in de twee jaar wordt afgenomen in de algemene bevolking van 18 jaar en ouder. Voor jongeren is de CAST opgenomen in de European School Survey Project on Alcohol and other Drugs (ESPAD, www.espad.org). ESPAD is een Europees vergelijkende studie naar middelengebruik onder 15-16 jarige scholieren waaraan ook Nederland deelneemt.
De CAST probeert vast te stellen of er sprake is van een riskant gebruikspatroon van cannabis, dat wil zeggen: de gebruiker heeft een verhoogd risico op de stoornissen cannabismisbruik of –afhankelijkheid (Legleye e.a., 2015). De CAST bestaat uit 6 vragen naar voorvallen rond cannabisgebruik waarbij respondenten wordt gevraagd aan te geven hoe vaak men daar mee te maken heeft gehad (5 antwoordcategorieën: nooit, zelden, af en toe, best vaak, heel vaak):
1. Hoe vaak in de afgelopen 12 maanden heeft u cannabis gebruikt voor de middag?
2. Hoe vaak in de afgelopen 12 maanden heeft u cannabis gebruikt terwijl u alleen was?
3. Hoe vaak in de afgelopen 12 maanden heeft u geheugenproblemen gehad als u cannabis gebruikt?
4. Hoe vaak in de afgelopen 12 maanden hebben uw vrienden of familie u verteld dat u minder cannabis zou moeten gebruiken of dat u zou moeten stoppen?
5. Hoe vaak in de afgelopen 12 maanden heeft u geprobeerd om te stoppen met cannabis zonder dat het lukte?
6. Hoe vaak in de afgelopen 12 maanden heeft u problemen gehad door uw cannabisgebruik? Met problemen wordt bijvoorbeeld een ruzie, een gevecht, een ongeluk of slechte schoolresultaten bedoeld.
-Antwoorden op de eerste twee vragen (gebruik voor de middag en terwijl men alleen is) worden als 1 gescoord indien een respondent aangeeft dit best vaak of heel vaak te doen. De antwoorden op de andere vragen worden als 1 gescoord als het antwoord zelden of vaker is (EMCDDA, 2015). Bij een score van 2 of hoger is sprake van een riskant gebruikspatroon van cannabis (Legleye e.al., 2011).
Factoren rond riskant gebruik:
-Hoewel riskant gebruik niet per definitie betekent dat er sprake is van frequent gebruik, is er wel een duidelijke samenhang. Ruim driekwart (77,6%) van de riskante cannabisgebruikers heeft tenminste 10 keer gebruikt in het afgelopen jaar terwijl dit bij de niet-riskante gebruikers 21.2% was.
-Riskante cannabisgebruikers zijn op een jongere leeftijd begonnen met cannabisgebruik dan niet-riskante gebruikers (13,66 jaar versus 14,36 jaar).
-Van de riskante gebruikers gebruikt de helft (51%) vaak voor de middag.
-Ongeveer een kwart van de riskante gebruikers gebruikt vaak alleen (28,8%), ervaart vaak geheugen problemen (24,2%) en/of krijgt regelmatig het advies om te minderen (26,4%).
-Riskant cannabisgebruik gaat vaak samen met andere gezondheidsrisico’s zoals dagelijks roken.
-Jongeren blijken daarnaast ook veel vaker te spijbelen en problemen te hebben in hun (sociale) omgeving.
-Preventieve) interventies zouden daarom niet alleen aandacht moeten hebben voor het riskante cannabisgebruik maar ook voor mogelijke andere riskante (gezondheids) gedragingen.
Reflectie - De Nederlandse overheid wil gezondheid bevorderen en ziekten voorkomen. De vraag is of het ontmoedigen van cannabisgebruik en de nadruk die door het Trimbos bij problematisch gebruik wordt gelegd en sinds kort dus ook bij 'riskant' gebruik wel proportioneel is in het licht van andere factoren die van invloed zijn op de volksgezondheid. Zou de nadruk leggen bij verantwoorde consumptie van cannabis a priori niet veel meer aan het welbevinden van mensen bij kunnen dragen? Want wat is er mis met een ontspannend jointje op zijn tijd?
Factsheet cannabispreventie, Trimbos Instituut, 03-07-2018: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/blg-847854
Factsheet riskant cannabisgebruik in Nederland, Trimbos Instituut, 03-07-2018: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/blg-847853