PODR 14 mei 2024
Peace On Drugs Radio
Elke dinsdagavond tussen 19:00 en 21:00 is dit unieke programma - live en lineair - te beluisteren via internet.
Toelichting bij bronnen: Hieronder vind je een aantal bronnen die de basis vormen voor de onderwerpen die in de uitzending van vanavond (eventueel) aan bod zullen komen. Een wezenlijk deel van de teksten is hier te lezen, de complete tekst vind je in de orginele bron. Via de groengekleurde linkjes kom je bij de orginele bron. Zie je (...) dan gaat de tekst daar verder of er gaat tekst aan vooraf.
Nederlandse Partijen in de Fracties van het Europees Parlement - EU monitor
Met dank overgenomen van Europa Nu.
In het Europees Parlement (EP) verenigen de parlementariërs zich niet op basis van nationaliteit, maar op basis van politieke overtuiging. De honderden nationale politieke partijen hebben zich aangesloten bij verschillende EP-fracties. Een klein deel van de parlementariërs is niet aangesloten bij een fractie; zij vallen onder de niet-ingeschrevenen i. De politieke voorkeur van een fractie heeft een partij-overstijgend karakter. Zo zitten het CDA en de ChristenUnie samen in de EVP-fractie en maken de VVD en D66 deel uit van de Renew Europe-fractie.
De fracties spelen een essentiële rol in het functioneren van het Europees Parlement. Zij bepalen welke onderwerpen tijdens een plenaire vergadering worden besproken en zij kunnen amendementen indienen op wetsvoorstellen. Ook leveren zij in praktijk kandidaten voor belangrijke posities. Doorgaans stemmen de leden van een EP-fractie volgens het door de fractie vastgestelde standpunt, maar dit is niet verplicht.
Hieronder volgt (per fractie) een historische ontwikkeling van de aansluiting van Nederlandse partijen bij de desbetreffende Europese fracties. Hoewel de politieke groepen al bestaan sinds het begin van het Europees Parlement, begint deze uiteenzetting in 1979. In dat jaar werden voor het eerst directe verkiezingen voor het Europees Parlement gehouden. Verder wordt er ingegaan op de (huidige) insteek en positie van de Nederlandse partijen in deze Europese fracties.
Inhoudsopgave
Fracties in het Europees Parlement - EU monitor
Naam Fractie |
Afkorting |
Aantal zetels (2019-2024)* |
GUE/NGL |
37 |
|
ECR |
67 |
|
EVP |
176 |
|
Fractie Progressieve Alliantie van Socialisten en Democraten |
S&D |
141 |
Groenen/EVA |
72 |
|
ID |
59 |
|
NI |
50 |
|
RENEW |
101 |
Kiesdrempel, kiesdeler en voorkeurdrempel | Verkiezingen | Kiesraad.nl
(…) Kiesdeler
De kiesdeler is het totaal aantal geldige stemmen dat is uitgebracht, gedeeld door het aantal te verdelen zetels. Dat is het aantal stemmen dat een partij moet behalen om in aanmerking te komen voor één zetel.
Een voorbeeld. Bij de Europees Parlementsverkiezing in 2019 werden 5.497.813 geldige stemmen uitgebracht. De kiesdeler was 5.497.813 / 26 zetels = 211.454 9/26 stemmen (geschreven als breuk).
Voorkeurdrempel
Na de verdeling van zetels over de partijen, stelt het centraal stembureau (Kiesraad) vast welke kandidaten zijn gekozen. Zetels worden in eerste instantie toegekend aan kandidaten die met voldoende voorkeurstemmen zijn gekozen. In dat geval moet de kandidaat wel de voorkeurdrempel hebben gehaald. De voorkeurdrempel voor de Europees Parlementsverkiezing is 10% van de kiesdeler. (…)
Simone van Breda Facebook (13 mei 2024)
Legaliseren is niet alleen een kwestie van vrijheid, maar ook een fundamenteel consumentenrecht. Het recht op een schoon en eerlijk product zou vanzelfsprekend moeten zijn.
Ik pleit voor het vrijgeven van de markt, waar ruimte is voor thuisteelt en productontwikkeling voor schonere consumptiemethoden.
Het huidige beleid is verouderd en vereist dringend herziening. Samen kunnen we ervoor zorgen dat de overheid verantwoordelijkheid neemt en dat het welzijn van consumenten altijd voorop staat.
Gezien de groeiende trend van legalisatie in andere landen, is het van cruciaal belang dat de Nederlandse industrie een leidende rol speelt in de ontwikkeling van cannabiswetgeving in Europa. Nu is het moment aangebroken om te laten zien hoe groot onze invloed kan zijn als cannabisindustrie, en het is tijd dat we niet langer worden genegeerd.
Het recht op een eigen keuze en directe vertegenwoordiging vormen de kern van mijn missie. Wie zijn politici of overheid om voor jou te beslissen? Nu is het moment om op te komen voor onze rechten en verandering teweeg te brengen.
Samen kunnen we een krachtige stem vormen en onze democratie versterken. Laten we samenwerken voor een betere toekomst waarin individuele vrijheid en directe democratie centraal staan. (...)
Simone van Breda: ‘legalisering van cannabis in Europese Unie is mijn topprioriteit’ (anp.nl) (2 mei 2024)
Kandidaat-Europarlementariër Simone van Breda (MDD) is verheugd over de uitkomst van een zopas gehouden enquête over de complete legalisering van cannabis in Nederland. ‘Landen in de Europese Unie, en dus ook Nederland, mogen niet langer verstoken blijven van de enorme successen die voorlopers als Uruguay en Duitsland met complete legalisatie al geboekt hebben,’ zegt Van Breda, op dit moment voorzitter van de Bond van Cannabis Detaillisten.
Nu uit de enquête van KiesKompas en ANP blijkt dat zes op de tien Nederlanders voorstander is van die legalisering, is dat volgens Van Breda ‘een extra stimulans’ om er druk op te zetten, zowel in Nederland als de Europese Unie. ‘In die pionierslanden is al bewezen dat legalisatie zeer positieve effecten heeft, onder meer op het terugdringen van criminaliteit. Vandaar dat legalisatie in de EU een topprioriteit van mij is.’
Niet alleen veiligheid is de grote winnaar van een eventuele legalisatie, meent Van Breda. ‘Ook de volksgezondheid is gebaat bij legalisatie. Er zal meer transparantie rond cannabis ontstaan, waardoor het product nog veiliger zal worden dan het al is. Wie kan daartegen zijn?’
Juist omdat het softdrugsdebat omgeven is door emoties en vooroordelen is Van Breda zo blij met de uitkomst van de enquête: ‘Het lijkt erop dat steeds meer mensen de zegeningen van legalisatie belangrijker gaan vinden dan hun eigen opvattingen over drugs.’ In die nuchterheid ziet ze de mentaliteit van het platform Meer Directe Democratie, waarvoor ze kandidaat is, weerspiegeld: ‘Hou op met ruziemaken over oude ideologieën! En kijk naar wat werkt. Dit werkt!’ (…)
De onbereikbare belofte van cannabislegalisatie | Bond van Cannabis Detaillisten (coffeeshopbond.nl) (25 april 2025)
Terwijl er binnen Europa wordt gepleit voor legalisatie van cannabis, lijkt deze nobele ambitie in de realiteit meer op een fata morgana dan op een haalbaar doel. Ondernemers en burgers mogen niet misleid worden door valse hoop, gezien de stevige juridische en politieke ketenen die elk vooruitzicht op volledige legalisatie in de nabije toekomst aan banden leggen.
Ten eerste, de internationale juridische realiteit; de Single Convention on Narcotic Drugs van 1961, plaatst cannabis onder de verboden substanties. Dit verdrag, ondertekend door Nederland en een slordige meerderheid van de wereld, beperkt nadrukkelijk de productie, distributie, handel en gebruik van cannabis tot uitsluitend medische- en wetenschappelijke doeleinden (Lande, 1962). De rigide structuur van dit verdrag laat weinig ruimte voor interpretatie of manoeuvre; het is een obstakel dat niet kan worden genegeerd of eenvoudigweg kan worden weggevaagd.
Voeg hierbij de verplichtingen die voortvloeien uit het Schengenakkoord en het wordt duidelijk dat de verschillende lidstaten weinig speelruimte hebben buiten de vastgestelde grenzen. Hoewel het Schengenakkoord vooral bekend staat om de afschaffing van grenscontroles binnen de Schengen-zone en de bevordering van vrij reizen, omvat het ook bepalingen die de handel in verdovende middelen tussen de deelnemende landen beperken en strenge controles opleggen aan de invoer en uitvoer van dergelijke middelen. De discrepantie tussen de lokale wensen en internationale verplichtingen creëert een juridische impasse waar geen eenvoudige uitweg uit bestaat.
Aan de binnenlandse zijde versterkt de huidige politieke sfeer de status quo. De Nederlandse politiek leunt momenteel naar een conservatiever standpunt met betrekking tot drugsbeleid. In een dergelijke omgeving is de roep om legalisatie, hoe luid ook, waarschijnlijk bestemd om te stuiten op een muur van politieke vertraging en weerstand. Zonder aanzienlijke veranderingen op deze hogere niveaus, blijft de belofte van legalisatie niet meer dan een luchtspiegeling – verleidelijk, maar onbereikbaar. (…)
The High Cloud Podcast (10 mei 2024)
Simone van Breda is voorzitter van de BCD: Bond van Cannabisdetaillisten. Zij vertegenwoordigt een grote groep coffeeshopondernemers en maakt zich hard in bijv. de politiek voor de rechten en ontwikkeling van de industrie. Uncle praat met haar o.a. over de uitdagingen die deze ondernemers hebben, hoe zij die helpt oplossen & we bespreken de gevoeligheid van ‘legalisering’ in Nederland en Europa. Leer mee in de eerste episode van het vierde seizoen The High Cloud Podcast. (…)
Duitsland en de Europese verkiezingen 2024 - Duitsland Instituut (8 mei 2024)
(…) Verkiezingsdatum
De verkiezingen voor het Europees Parlement (EP) vinden plaats van 6 tot en met 9 juni 2024. Nederlanders stemmen op donderdag 6 juni. In Duitsland gaan de kiezers op zondag 9 juni naar de stembus. Dan zijn er in acht van de zestien deelstaten ook gemeenteraadsverkiezingen.
Duitsers stemmen traditiegetrouw op zondag. Dan hoeven de meeste mensen niet te werken en hebben zoveel mogelijk kiezers de gelegenheid te stemmen.
In Duitsland mogen dit jaar voor het eerst ook jongeren vanaf 16 jaar hun stem uitbrengen voor het Europees Parlement. Voor de Bondsdagverkiezingen moet je nog wel 18 jaar zijn om te mogen stemmen. En om in een parlement gekozen te kunnen worden, is de minimumleeftijd ook 18 jaar. (…)
Deutscher Bundestag - Europawahl am 9. Juni: Deutschland wählt 96 Abgeordnete
(…) Aktives Wahlalter auf 16 Jahre gesenkt
Anders als vor fünf Jahren darf am 9. Juni in Deutschland wählen, wer das 16. Lebensjahr vollendet hat. Der Bundestag hat am 10. November 2022 das aktive Wahlalter von 18 auf 16 Jahre gesenkt, als er einen Gesetzentwurf der Ampelkoalition zur Änderung des Europawahlgesetzes (20/3499) auf Empfehlung des Innenausschusses (20/4362) annahm. Auch in Belgien, Malta und Österreich dürfen 16-Jährige wählen. In Griechenland muss man 17 Jahre, in den übrigen Mitgliedstaaten 18 Jahre alt sein.
Wählen dürfen ab diesem Mindestalter nicht nur Deutsche, sondern auch Angehörige anderer EU-Mitgliedstaaten, die sich in Deutschland aufhalten. Das Europawahlgesetz schreibt jedoch ausdrücklich vor, dass das Wahlrecht nur einmal und nur persönlich ausgeübt werden darf. Selbst für das Europaparlament kandidieren kann man ab dem vollendeten 18. Lebensjahr (passives Wahlalter).
Dabei ist allerdings zu beachten, dass nur Parteien und sonstige politische Vereinigungen Wahlvorschläge einreichen können – entweder Listen für einzelne Bundesländer (in jedem Land nur eine Liste) oder eine gemeinsame Liste für alle Bundesländer. Anders als bei Bundestagswahlen sind Einzelbewerbungen nicht zugelassen. (…)
Wat stemt een 16-jarige? ‘In de les gaat het nu over de politieke kleuren die er buiten de extremen zijn’ - NRC (11 mei 2024)
Voor het eerst mogen Duitse 16- en 17-jarigen stemmen bij de Europese verkiezingen, in juni. Maar of ze dat ook gaan doen? „Ik weet dat je op een partij mag stemmen, maar wat die mensen doen – geen idee.”
Alles wat hij over politiek weet, heeft hij van discussies aan de eettafel bij zijn oma, vertelt Lucas Rissman Garcia-Valcarel (16). Als de familie bij elkaar is gaat het de hele avond over politiek. De meningen verschillen best, maar er is nooit ruzie. „Ik luister dan naar wat er zo heen en weer over tafel vliegt aan argumenten, en daar zoek ik mijn eigen weg in.” Hij houdt zich meestal stil.
Lucas mag in juni stemmen bij de Europese verkiezingen, met ruim een miljoen andere Duitse 16- en 17-jarigen. Dat is voor het eerst. Duitsland, en ook België, Oostenrijk en Malta, hebben het stemrecht uitgebreid naar die leeftijdsgroep. In Griekenland mogen 17-jarigen stemmen.
Wat wil deze generatie met de Europese Unie, waarmee en waarin ze zijn opgegroeid? Wat vinden ze belangrijk, interesseert het ze überhaupt? Of komt de Europese politiek voor zestienjarigen een beetje te vroeg?
Lucas gaat niet stemmen. Hij weet niet zoveel van politiek, hij schat zelf dat hij „maar 20 procent” weet. En dat is niet genoeg, vindt hij.
Op de Friedensburg-Oberschule in de Berlijnse wijk Charlottenburg, waar hij net de wiskundeles uit komt lopen, gonst het niet van enthousiasme over de uitbreiding van het stemrecht. Het is maandagmiddag, de zon schijnt en de laatste lessen beginnen.
Het is het soort school waar je dat animo wel zou verwachten. Achter het bureau van schooldirecteur Sven Zimmerschied hangt een Europese vlag. Die hing hier al hoor, verzekert hij. In een gang hangt een luchtfoto van een viering van de jaarlijkse Europadag (9 mei). Op het asfalt van de voormalige luchthaven Berlin-Tempelhof vormen de scholieren de letters ‘E’ en ‘U’. De school is een Europaschule, waar leerlingen een tweetalig traject, Spaans en Duits, kunnen volgen, gericht op internationale uitwisseling. Tachtig procent van de leerlingen heeft een migratieachtergrond, schat de directeur. Deels vanwege dat Spaanstalige traject, zegt hij.
Het is een „goed besluit, maar wel wat overhaast” dat hij en zijn jaargenoten straks mogen stemmen, vindt Nico Larisch (17). Hij betwijfelt of zijn generatie wel weet waar ze straks over stemmen. „De meesten in mijn jaar hebben geen idee wat bijvoorbeeld de Raad van Europa, denk ik, doet.” Larisch volgt het keuzevak politiek en heeft daarom het gevoel dat hij wel doorheeft wat er te kiezen valt. Veiligheid vindt hij bijvoorbeeld belangrijk, gezien de recente oorlogen: „We lopen best risico daarbij betrokken te raken, of zelf een doelwit te worden.” Maar hij vertrouwt erop dat uiteindelijk het goede wordt gedaan: wel helpen, niet betrokken raken. Daarom weegt het klimaat toch zwaarder als hij gaat stemmen.
Als Nadine Hartong (17) zo om zich heen kijkt, ziet ze „bijna alleen mensen die alleen het extreme lijken te kennen”, zegt ze. „Ze lopen weg met de rechts-radicalen, of zijn compleet links. Mensen van onze leeftijd kénnen het midden helemaal niet.” Dat die uitschieters zo makkelijk vat krijgen op haar generatie is deels „een gevolg van een gebrek aan educatie”. Aan sociale media moet je de politieke voorlichting niet overlaten, vindt ze.
Extreem-rechts
De grootste groep Duitse jongeren, een kwart van de 14- tot 29-jarigen, lijkt nog niet te weten welke partij hun voorkeur heeft. Bij de jongeren die het wel weten is de radicaal-rechtse AfD met 22 procent het populairst, gevolgd door CDU/CSU (20 procent) en de Groenen (17 procent), bleek uit recent onderzoek van socioloog Klaus Hurrelmann, hoogleraar volksgezondheid en onderwijs aan de Hertie School in Berlijn, en jeugdonderzoeker Simon Schnetzer. Waar AfD aan jonge aanhang lijkt te winnen, ziet de groene partij juist een afname.
De extremen weten de jongeren online goed te vinden. De Europese AfD-lijsttrekker, Maximilian Krah, is een hit op TikTok. Hij vertelt jongens bijvoorbeeld wat ze moeten doen om een vriendin te krijgen (rechts zijn, idealen hebben, vaderlandslievend zijn). AfD heeft gemiddeld tien keer meer views op TikTok dan andere partijen, bleek uit onderzoek van televisiezender ZDF.
Op de Friedensburg-Oberschule hebben ze dat inmiddels wel door, merkt Nadine. Toen in januari bekend werd dat AfD’ers in Potsdam bijeen waren geweest voor een plan om miljoenen mensen Duitsland uit te zetten, zijn de leraren in gesprek gegaan met de leerlingen. „In de les gaat het nu over de politieke kleuren die er ook buiten de extremen zijn, dus we krijgen een beter beeld van wat er überhaupt te kiezen is.”
De aantrekkingskracht van extremen betekent ook dat jongeren misschien sneller politiek geïnteresseerd raken, zegt Katrin Lange, hoofdonderzoeker van het Observatory for Sociopolitical Developments in Europe. „De complot-achtige ideeën van partijen als de AfD hebben ook iets spannends.” Goede informatievoorziening is belangrijk, zegt ze. „Er is een overvloed aan informatie in onze samenleving, maar mensen moeten daar wel hun weg in kunnen vinden.” Dat is niet alleen moeilijk bij Europese politiek, maar ook bij nationale of lokale verkiezingen, ziet Lange. „Je moet op school al leren hoe je je informeert, men kan niet verwachten dat zo’n vaardigheid er plots is.”
Op school hoorde ze voor het eerst over het nieuwe stemrecht, vertelt Yada Kaewwan (17). „Ik weet nog niet of ik ga stemmen. Ik zou me erin moeten verdiepen, ik wil niet zomaar iets stemmen.” Ze wil informatica gaan studeren en heeft niet zoveel met politiek, zegt ze. Yada herkent dat haar generatie „niet zo vrolijk wordt van de toekomst. Financieel hebben we het moeilijker dan onze ouders, ik maak mij zorgen over de huren die steeds hoger worden.” Klimaat vind ze het interessantste thema, maar hoe zich dat vertaalt naar de verkiezingen? „Ik weet dat je op een partij kan stemmen, maar wat die mensen vervolgens doen, geen idee.”
Schoolhoofd Sven Zimmerschied benadrukt dat aan politische Bildung genoeg op het programma staat. Een debat met kandidaat-Europarlementariërs, bijvoorbeeld. De school heeft AfD, in goed overleg met de ouder- en leerlingenraad, niet uitgenodigd. „Dat kun je intellectueel fout vinden, maar 80 procent van de leerlingen heeft een migratieachtergrond.” Bij de schoolverkiezingen krijgt deze partij heus een paar stemmen, maar dat zijn „Spaßstimme”, zegt Zimmerschied, voor de grap. „AfD-families zullen niet zo snel voor onze school kiezen.”
Juist omdat de jonge kiezers nog op school zitten, zullen ze op de verkiezingsdag goed op de hoogte zijn, verwacht Zimmerschied. „Misschien wel beter dan de volwassenen.” Zestien- en zeventienjarigen hebben gemiddeld net zoveel politieke kennis als volwassenen, bleek bij een onderzoek tijdens de deelstaatverkiezingen van 2019 in Sachsen en Brandenburg. Sterker nog: door ze nog op school bij de politiek te betrekken, stellen de onderzoekers van de Jugendwahlstudie.
Over Duitse politiek voert Sebastian Schuck (17) met zijn vrienden veel gesprekken, maar „tot nu toe is het niet voorgekomen” dat ze zich druk maakten over Europese politiek. Hij wil er nu best even over praten, zijn lessen zijn net afgelopen. Het is toevallig dat hij op een Europaschule zit, vertelt hij, Spaans volgt hij niet. Hij gaat wel stemmen, maar vindt het moeilijk om te zeggen waar hij op let bij die verkiezingen. Dan begint hij toch over duurzame energie, „dat zal voor onze toekomst belangrijk zijn”.
Vindt hij het belangrijk dat hij en zijn leeftijdsgenoten nu mee mogen doen met de verkiezingen? „Ik zou niet zeggen dat ik me niet gehoord voel, want ik heb ook nog niet zoveel te vertellen.”
Optimisme kwijt
Klimaat is het belangrijkste thema voor jongeren in de Europese Unie, ziet politicoloog Thorsten Faas, verbonden aan de Freie Universität Berlin. Op de tweede plek staan economie en sociale zekerheid, concludeert hij in een meerjarig onderzoek naar de politieke meningen van Europese jongeren. Hij ziet ook een andere trend: ze raken hun optimisme over de toekomst kwijt. De meerderheid van de leeftijdsgroep van 16 tot 26 was hoopvol, maar hij ziet ze elk jaar „weer een stukje optimisme verliezen”.
Hij vroeg jongeren: als je aan de toekomst denkt, ben je dan positief of negatief gestemd over je persoonlijke situatie? In 2017 was een kwart van de Europese jongeren daar pessimistisch over, in 2023 was dat 36 procent. In Duitsland zijn de cijfers vergelijkbaar: 39 procent van de jongeren is negatief gestemd over de eigen toekomst, zes jaar geleden was nog 29 procent.
Dat komt, vermoedt Vanessa Krüger (17), doordat „jonge mensen door internet precies weten wat er speelt in de wereld, van alle ellende zijn we op de hoogte”. En ja, daar word je vanzelf kritisch van, zegt ze. Neem de klimaatactivisten van Letzte Generation: „Die zijn niet voor niets zo jong.” Voor Vanessa zijn gelijke rechten voor vrouwen en de lhbtq+-gemeenschap belangrijk. „Het recht op abortus bijvoorbeeld, dat mag vrouwen niet ontnomen worden.”
De EU ziet Vanessa meer als een gegeven dan als iets om discussie over te voeren. „Het lijkt mij beter dat landen gewoon goed samenwerken in plaats van ieder voor zich.” Maar of ze gaat stemmen? „Ik ben bang dat ik na de verkiezingen ontdek dat ik toch een verkeerde keuze heb gemaakt, en er dan spijt van krijg.”
Lucas, de jongen die niet gaat stemmen, heeft genoeg groene onderwerpen waar hij zich druk om maakt. Bomenkap, overbevissing, en, o ja, vleesconsumptie. „Wat ik daar een beetje irritant aan vind, is dat er superveel eten geplant wordt. Dat eten krijgen de dieren dan, en dan krijgen wij er veel minder eten voor terug, in de vorm van vlees.” Ondertussen, zegt hij, „is er nog altijd honger op de wereld”.
Is dat niet genoeg reden om te stemmen? „Nou, milieubescherming is niet het enige dat er is, er is zoveel waar je rekening mee moet houden. Economie, internationale politiek. En daar weet ik dan weer niets van af.” (…)
Zombiedrugs
Opinie | De mythe van zombiedrugs - NRC (3 mei 2024)
Er is een weerbarstig narratief ontstaan rondom nieuwe middelen op de drugsmarkt: de zombiedrugs. Diverse Nederlandse media gebruiken de term voor middelen die op het eerste gezicht weinig met elkaar gemeen hebben. Synthetische cannabis, pijnstiller fentanyl en ook Tranq (xylazine, een verdovingsmiddel uit de diergeneeskunde) zijn in de loop der jaren omschreven als zombiedrugs.
Door horrorfilms leeft er in ons collectief bewustzijn een duidelijk beeld van de zombie. Een hersendood mens-figuur dat ooit een ziel had, maar deze op tragische wijze is verloren. Een monsterlijke verschijning die zich schuifelend en stuiptrekkend door de straten beweegt met een afwezige blik in de ogen. Als het de kans krijgt, zou het proberen je nek eraf te bijten. Uitkijken dus. Daarnaast biedt het frame van de zombiedrug een eenvoudige verklaring voor de oorsprong van het monster, namelijk het gebruik van obscure drugs met schijnbaar demonische kwaliteiten. De afgelopen maanden komt de term zombiedrugs weer vaker voorbij in alarmerende reportages over Flakka, een losse term voor verschillende stimulerende designerdrugs.
Zoals gezegd verwijst Flakka niet naar een specifiek middel, maar naar diverse soorten cathinonen, zoals alfa-PVP. Dit middel vertoont veel gelijkenissen met het stimulerende middel 3-MMC, voor velen een bekendere naam. Net als 3-MMC was alfa-PVP ooit legaal verkrijgbaar in webshops als designerdrug, tot het in de Opiumwet werd opgenomen. De handel in deze middelen is inmiddels volledig overgenomen door straatdealers. Het verbod heeft het gebruik daarmee alleen maar onveiliger gemaakt. In 2016 probeerde het Trimbos-instituut de gemoederen te bedaren over Flakka door uit te leggen dat het middel in Nederland amper werd gebruikt. Er zijn indicaties dat het gebruik sindsdien iets is toegenomen, al betreft het nog steeds een zeer marginale groep.
Een drugszombie is geen zielloos monster, maar een mens die geestelijk ontheemd is geraakt
Hoe terecht is het beeld van Flakka als zombiedrug? Een interessant startpunt is een subcultuur rondom designerdrugs: psychonauten op online drugsfora. Het gaat hier om liefhebbers van allerhande designerdrugs waarvan de gemiddelde Nederlander nog nooit heeft gehoord. Zij experimenteren met varianten op psychedelica, stimulantia, slaapmiddelen en pijnstillers en beschrijven de ervaring met wetenschappelijke precisie. Dergelijke verslagen van alfa-PVP zijn eenvoudig te vinden en beschrijven in geen enkel geval ervaringen die doen denken aan een zombiedrug. Voor de meeste gebruikers was het simpelweg een interessante middag.
Randen van de samenleving
Daarnaast constateert het Trimbos-instituut dat er meldingen worden gedaan over lokaal gebruik van het middel in West-Brabant en Zeeland. Het gebruik vindt plaats binnen kwetsbare groepen die al langere tijd bekend zijn met verslaving. Veelal gaat het om mensen met complexe psychiatrische problematiek die zich aan de randen van de samenleving bevinden. Vaak heeft de gebruiker geen enkele kennis van de zuiverheid of dosering, vindt het gebruik plaats in een onveilige setting en wordt het middel gerookt, waardoor de kans op afhankelijkheid vele malen groter wordt.
Het gevolg is dat deze mensen regelmatig psychisch ontregelen. Ze vertonen onbegrepen gedrag of agressie, plegen diefstal of raken in een levensgevaarlijk opwindingsdelier. De voorzieningen die zij nodig hebben zijn vaak afwezig, wegbezuinigd of moeilijk toegankelijk. Meestal wordt daarom de politie ingeschakeld, wat kan leiden tot een traumatische ervaring. Hier verschijnen de contouren van de mythische drugszombie. Geen zielloos monster, maar een mens die geestelijk ontheemd is geraakt.
Het narratief van de zombiedrug is op twee manieren schadelijk. Ten eerste ontneemt het de menselijkheid van de gebruikers en bevestigt het hun positie als uitschot van de samenleving. Dit biedt weinig stimulans voor een gang naar de hulpverlening. Ten tweede hindert het de vooruitgang in het maatschappelijke drugsdebat. Sensationele berichtgeving helpt ons niet om het complexe fenomeen drugsgebruik te doorgronden. Zombiedrugs bestaan niet, net zo min als er Korsakoffdrank bestaat. Laten we deze beeldspraak dan ook beperken tot horrorfilms en griezelboeken.